Ninja Lacey: Goede onderhandelingen – en de dagelijkse werkpraktijk – vereisen een noodzakelijk cliché | Blogserie ‘dialoog over samenwerken met FBO’s’

Ga eens een gesprek met elkaar aan. Wanneer je dit baseert op wederzijds respect, ontdek je misschien meer overeenkomsten dan verschillen. 

Door Ninja Lacey, Knowledge Broker bij The Broker

Dit was de belangrijkste aanbeveling van ons The Broker project over het samenwerken met religieuze organisaties voor duurzame ontwikkeling. En hoewel dit zowel de uitkomst was van onze analyse van literatuur, case studies, en interviews, alsook de grootste les die ik persoonlijk als auteur en atheïst heb getrokken uit het project, vond ik het jammer dat onze conclusie niet spannender was. Het is geen rocket science. Een goed gesprek wordt zelfs zo vaak aanbevolen dat het een cliché is geworden. Maar sinds wij zelf deze aanbeveling hebben gedaan zie ik in de actualiteit steeds vaker dat een gedegen dialoog voeren in de praktijk niet lukt en soms zelfs achterwege wordt gelaten. Ditzelfde vermoeden bekroop mij ook na het lezen van de recent verschenen artikelen in het Nederlands Dagblad over het opnemen van mensenrechtenclausules in een handelsverdrag (de Post-Cotonou agreement) tussen de EU, en staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten).

·         Nederlands Dagblad, 28.01.2023: Hoe een christelijke lobbyist uit Nederland Afrikaanse leiders beïnvloedt

·         Nederlands Dagblad, 27.01.2023: Hoe Europa zich de woede van Afrikaanse leiders op de hals haalt: ‘Dit is koloniaal gedrag’

In a nutshell: de EU wil door het opnemen van mensenrechtenclausules in het handelsverdrag voorkomen dat er in landen waar zij mee handelen mensenrechten worden geschonden. Gezien het aantal voorbeelden van handelsketens waarin mensenrechten met voeten worden getreden is het bewaken hiervan dan ook een groot goed. Het is dan ook niet gek dat de EU hierover clausules opneemt. Echter staat in deze clausules ook dat landen, onder andere, in bepaalde gevallen abortus mogelijk moeten maken en seksuele voorlichting, met UNESCO maatstaven als leidraad, in hun schoolcurriculum op moeten nemen. Het feit dat homoseksualiteit en abortus in meerdere ACS staten is verboden geeft aan hoe wijd de kloof is tussen hun eigen perspectief op mensenrechten en dat van de EU. Daarnaast rijst de vraag: mág de EU dit eisen? En op welke gronden?

Vanzelfsprekend moeten mensenrechten in alle gevallen gerespecteerd worden. Het is ook niet nieuw dat de EU mensenrechten opneemt in handelsverdragen. De AIV zegt hierover in hun 2022 advies Mensenrechten: kernbelang in een geopolitiek krachtenveld:

‘… een andere positieve ontwikkeling en kans: de voortdurende versterking en verfijning van het EU-instrumentarium ter bescherming van mensenrechten. Al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw voegt de EU-mensenrechtenclausules toe als essentiële elementen in handels-, partnerschap- en associatieovereenkomsten. Hoewel die overeenkomsten niet gemakkelijk op basis van deze clausules kunnen worden opgeschort, stellen ze de EU in staat om een dialoog aan te gaan met partners over mensenrechten, democratie en de rechtstaat.’

Toch is er in dit geval een duidelijk ongemak: gaat dit niet te ver? Is hier geen sprake van neokoloniaal gedrag?

Ja zegt de één, nee zegt de ander, zoals uiteengezet in het Nederlands Dagblad artikel van 27 januari. Interessant om te lezen, maar met he said, she said komen we niet verder. Interessanter is in hoeverre partijen hun zorgen ook tegen elkaar uiten. Hoewel Jennifer Sanchez Da Silva, woordvoerder van de Europese Commissie, zegt dat iedere onderhandelaar volledig geïnformeerd is over de clausules, geeft een Afrikaanse leider aan dat hij pas echt op de hoogte was van de inhoud toen conservatief lobbyist dhr. Schothorst hem hierover vertelde (zie het Nederlands Dagblad artikel van 28 januari). Wat zegt dit over de mate en kwaliteit van dialoog die in onderhandelingen gevoerd is?

Proef op de som: de Ctrl + F test. In het 187 pagina’s tellende conceptverdrag komt het woord abortus of homoseksualiteit niet voor. Er wordt vaak verwezen naar andere conventies waarin deze woorden wel weer zijn opgenomen. Wat wel duidelijk naar voren komt is dat seksuele en reproductieve rechten hoog op de agenda staan. De bepalingen over seksuele voorlichting winden er weinig doekjes om. Echter is het de vraag of partijen uit uiteenlopende culturen voor termen als seksuele en reproductieve rechten dezelfde definities hanteren. Uit ons eigen analyse bleek dat het hanteren van verschillende definities de dialoog tussen religieuze en seculiere partijen bemoeilijkt. Zorgen dat je dezelfde taal spreekt is daarom een belangrijke aanbeveling die voortkwam uit onze analyse – en waarschijnlijk ook in deze situatie van toepassing.

Tijdens één van de dialoogsessies die wij hebben gehouden tussen religieuze en niet religieuze organisaties hadden wij het er bijvoorbeeld over dat mensenrechten vanuit een Westers perspectief individualistisch worden ingestoken – net als de Westerse samenleving. Terwijl mensenrechten in Afrika en Azië, waar religie vaak een veel grotere rol speelt, eerder collectivistisch ingestoken worden. Deze interpretatie en de verschillende definities die daarbij horen zijn voor seculiere organisaties soms minder vanzelfsprekend dan voor religieuze organisaties. Dus hoewel het gevaar van het wegzetten van mensenrechten als een puur Westers narratief – zoals de eerder genoemde dhr. Schothorst – niet onderschat moet worden, is het van groot belang dat partijen elkaars taal praten en elkaars perspectieven zowel begrijpen als respecteren.

Dit schuurt tegen een andere belangrijke aanbeveling aan die wij hebben gedaan naar aanleiding van ons project: leren van de relaties die Westerse religieuze organisaties hebben met hun lokale partners uit lage- en middeninkomenslanden. Religieuze organisaties hebben vaak langdurige en gelijkwaardige samenwerkingen met lokale religieuze organisaties. Het is goed mogelijk dat dit komt door hun gedeelde taal en gedeelde normen en waarden die voortkomen uit een gedeelde religie. Religieuze kennis en gevoeligheid kan bijdragen aan het verbinden van Westerse initiatieven met de (religieuze) lokale context. En hoewel religieuze organisaties uiteraard ook worstelen met de lokalisatie agenda, kunnen zij hun ervaring met lokale partners toepassen in het bijeenbrengen van verschillende wereldbeelden – wellicht ook in de onderhandelingen tussen de EU en ACS staten.

Concluderend is de aanbeveling om met elkaar in dialoog te gaan een cliché om een reden: het is simpelweg niet altijd makkelijk om verschillende wereldbeelden te verenigen. We weten in dit geval niet wie in welke mate wel of niet geïnformeerd is. En wat er achter gesloten deuren wordt besproken hebben we geen kijk op. Wel kunnen we concluderen dat het beter kan. Hoe? Door op gelijkwaardige manier met elkaar in gesprek te gaan en open te staan voor elkaars wereldbeelden. Dat geldt in zowel op plekken waar onderhandelingen worden gedaan, maar niet minder in onze dagelijkse werkpraktijk.

Artboard facebook google+ instagram linkedin maps pinterest twitter vimeo youtube world